Van theorie tot praktijk

Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) is een vooropleiding voor allerlei vormen van middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en heeft een opleidingsduur van vier jaar. Op het praktijkonderwijs leren leerlingen door te doen en krijgen ze theorie- en praktijkvakken op hun eigen niveau.

Drie vmbo leerwegen

Het vmbo kent drie leerwegen:

  • basisberoepsgerichte leerweg (bb). 
  • kaderberoepsgerichte leerweg (kb). 
  • gemengd theoretische leerweg (gt). 

Het verschil tussen de leerwegen zit in de lesstof, de hoeveelheid het tempo en de verhouding theorie en praktijk. In de onderbouw hebben alle leerlingen evenveel praktijkuren. In leerjaar 3+4 hebben de leerlingen basis en kader 12 uur per week praktijkvakken. Vmbo-gt heeft  in de bovenbouw 5 uur per week praktijkvakken en dus veel meer theorie. 

Dienstverlening & Producten (D&P)

In het derde en vierde leerjaar volgen alle leerlingen het beroepsgerichte programma Dienstverlening en Producten (D&P).

In dit programma staat de loopbaanontwikkeling van de leerling centraal. Leerlingen mogen uit verschillende thema’s kiezen op basis van affiniteit en interesse. De beroepspraktijk staat daarbij centraal, iets wat leerlingen als zeer waardevol ervaren. Niet alleen beroepsvaardigheden, maar ook algemene vaardigheden komen aan bod.

Het examen D&P is een breed georiënteerd examen. Voor leerlingen basis en kader staan 4 profieldelen centraal. De gt-leerlingen doorlopen in de bovenbouw 2 profieldelen.

  1. Presenteren, promoten en verkopen (basis en kader)
  2. Een product maken en verbeteren (basis en kader)
  3. Organiseren van een activiteit (basis, kader en gt)
  4. Multimediaal product maken ( basis, kader en gt)

 

Praktijkonderwijs

De kracht van praktijkonderwijs zit in de persoonlijke aandacht, kleine klassen en extra begeleiding. Op het praktijkonderwijs krijgen leerlingen theorie- en praktijkvakken op hun eigen niveau. Er is veel aandacht voor persoonlijke begeleiding, sociale vaardigheden en stages. Het doel is de leerling te begeleiden naar een plek op de arbeidsmarkt of een aansluitende mbo-opleiding.

Indicering noodzakelijk

Voor toelating tot het praktijkonderwijs is een indicering noodzakelijk van de Commissie Toewijzing van het samenwerkingsverband VO 23.05. Deze commissie bepaalt op grond van intelligentie, leerachterstand en sociaal-emotioneel welbevinden of een leerling in aanmerking komt voor praktijkonderwijs.

 

Wat staat er de komende tijd op de agenda